Tegen het einde van de 19e eeuw waren de noden van transport verandert. De industriële revolutie bracht niet alleen de noodzaak van vervoer van goederen maar ook van personen mee. Naast de treinen zagen ook stoomtrams het licht. Deze waren makkelijker in te zetten en de voorwaarden minder streng dan bij de trein. Alles werd geregeld door de Nationale Maatschappij Van Buurtspoorwegen of achtergekort: de NMVB.
De lijn tussen Brugge en Zwevezele
Op 22 mei 1896 reed voor de allereerste keer een tram door Waardamme. Langs het traject van de Kortrijksebaan verzorgde het stoomvoertuig het vervoer tussen Brugge en Zwevezele. Hij stopte o.a. in Oostkamp, Waardamme en Ruddervoorde en het eindstation van deze lijn was op de Hille in Zwevezele. Van daar kon men de lijn naar Roeselare of naar Tielt nemen. Heel gevaarlijk was de combinatie van een tramspoor en het dagdagelijkse leven niet; de tram reed amper dertig kilometer per uur.
Het eindstation van de lijn in Zwevezele.
Waardamme Statie
De tram kan er uiteraard niet overal stoppen om mensen op of af te laten. Wie de tram wou nemen in Waardamme moest naar het toenmalige gemeentehuis gaan dat ook dienst deed als café, afspanning en tramstatie. Je leest er meer over op de pagina van 't Oud Gemeentehuis.
Naast een nood aan vervoer was er ook de nood aan de informatie om het transportmiddel te gebruiken. De dienstregeling was terug te vinden in menige krant en bij de stophaltes.
De dienstregeling van de tram uit De Poperingenaar (22 december 1940)
De tram in en na oorlogstijden
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de tram bijna volledig vernield. Omdat de transportnoden nog steeds aanwezig waren kwam de tram en zijn sporen terug. De stoomtram werd snel als verouderd aanzien; vooral door het uitvinden van de elektriciteit en de verbrandingsmotor. Het stuk tussen Brugge en Oostkamp werd voorzien van elektriciteit. Op de rest van het traject reed een tram op diesel. De Waardammenaren noemden de tram 't Mazoutje. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een schaarste aan brandstof en verscheen de stoomtram terug op de lijn.
De tramlijn langs de Kortrijksestraat
Na de bevrijding maakte men de rekening op om overal de tramlijnen te herstellen en kwam men al snel tot de conclusie dat het goedkoper zou zijn om de tram de vervangen door autobussen. In 1949 begon de omschakeling naar de bus en verdween de tram voorgoed uit het straatbeeld.